In de heerlijk zonnige tweede week van mei zijn de eerstejaarsstudenten op veldweek naar Orvelte geweest. Tijdens deze veldweek oefenen studenten met inventarisatietechnieken en soortenkennis voor de soortgroepen planten, amfibieën, insecten en vogels. Hiermee bouwen de studenten gestaag aan hun soortenkennis, met als uiteindelijk doel de zogenaamde “500 soortenlijst”. Dit is een lijst met, de naam zegt het al, 500 soorten dieren en planten die iedere student Toegepaste Biologie in hun tweede jaar moet (her)kennen.
Soortenkennis is belangrijk voor biologen én niet-biologen. Soorten vertellen ons iets over onze omgeving; planten als waterviolier en holpijp geven aan dat er waarschijnlijk kwelwater in de bodem omhoog komt. Een roepende middelste bonte specht is een teken van een gezond bos, met veel insecten en voldoende dood staand hout. Nog belangrijker dan deze feitelijke informatie is de natuurervaring die verschillende soorten ons kunnen geven. Uit onderzoek blijkt namelijk dat onbekend ook onbemind maakt: we zijn logischerwijs minder geneigd iets te beschermen, wanneer we niet weten dat het bestaat.
Onze studenten hebben vorige week al goed aan hun soortenkennis getimmerd. Voor iedereen die helaas geen veldweek in Orvelte in het verschiet heeft, organiseert het NIBI deze week de Week van de Biologie met als thema “Natuur Dichtbij”. Door heel Nederland worden activiteiten georganiseerd om kennis te maken met natuur dichtbij huis. Iedereen op naar zijn eigen 500 soortenlijst!
Veldweek Orvelte
« Practica plantenweefsels Student vertelt: Jesse Sletterink over het effect van een vroege maaibeurt op grassendominantie »
Reactie plaatsen
Reacties